rondscharrelen

rondscharrelen
{{rondscharrelen}}{{/term}}
[ergens bezig zijn] bricoler
[zonder bepaald doel rondlopen] traîner
[snuffelen, rondneuzen] fureter (dans)
voorbeelden:
1   hij scharrelde de hele dag in de tuin rond il bricolait toute la journée dans le jardin
2   in de stad rondscharrelen traîner en ville

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать курсовую

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”